geen kwaad woord


geen kwaad woord 1.0

niets negatiefs; geen enkele kritische opmerking
Meestal met een bepaling ingeleid door over of van.

Algemene voorbeelden


Je zult mij geen kwaad woord over mijn ouders horen zeggen. Behalve in de periodes dat moeder weg was, die ene week in januari, en de weken dat ze opgenomen was in een instelling, heeft ze altijd goed voor ons gezorgd.

De Standaard,

Zijn gebrekkige bochtentechniek was jarenlang het grootste probleem. De coördinatie na de afzet met het linkerbeen ging vaak mis waardoor hij nogal eens tegen de kussens vloog. De laatste tijd valt hij minder snel, maar hij laat nog steeds te veel slagen lopen. Toch komt er geen kwaad woord over het schaatsen van bochten over zijn lippen.

NRC,

De lichting van de nouveau roman liep hoog op met zijn proza en een harde kern "rousselâtres" wil nog steeds geen kwaad woord van de meester horen.

De Standaard,